Klooster- en parochiekerk Onze Lieve Vrouw van Troost, zetel van de VZW Paters Augustijnen, zetel van het Augustijns Historisch Instituut (AHI), Centrale Provinciebibliotheek
Stichting: 1946
Reeds in de eerste helft van de 13de eeuw vinden we augustijnen te Leuven. De stichtingsdatum kan niet met zekerheid bepaald worden. Volgens de meeste geschiedschrijvers woonden zij al in 1236 op de Vismarkt bij een kapel, toegewijd aan Sint-Jan de Doper. De magistraat van Leuven en hertogin Adelaide hadden die kapel met een uitgestrekt terrein tussen de Kanaalstraat en de Dijle aan de augustijnen geschonken om er een klooster te bouwen. De kloosterkerk, gebouwd in de jaren 1265-1284, was toegewijd aan Sint-Jan de Doper. Later werd de kerk vergroot. Restauratiewerken werden onder meer uitgevoerd in 1404 en 1570, in 1634 vernieuwde men het interieur.
Het klooster van Leuven was een middelpunt van cultureel leven. In de Middeleeuwen al bloeiden er de generale studies van de Orde. Met de Leuvense Alma Mater onderhielden de augustijnen steeds hartelijke betrekkingen. De Leuvense Universiteit werd in 1425 opgericht in de refter van het Leuvense augustijnenklooster.
In 1447 liet prior Jan Godthebsdeel zijn klooster, dat toen 40 leden telde, bij de universiteit inlijven. De administratie van de universiteit vergaderde gewoonlijk in de grote refter van het klooster. Zeer dikwijls werden de godsdienstige feestelijkheden van de Alma Mater in de kloosterkerk gevierd, speciaal op de feestdag van Sint-Augustinus, de patroon van de studies. Toen in 1517 door invloed van Erasmus het beroemde college der drie talen gesticht werd, gaven de eerste professoren, allen humanisten, hun lessen in het augustijnenklooster.
In de 17de en 18de eeuw bloeide in dit convent vooral de theologische studie. Van 1612 tot 1743 doceerden de augustijnen ook de humaniora te Leuven. Een ruim, nieuw college werd in 1680 gebouwd in de Kanaalstraat, de huidige Vaartstraat. De Franse Revolutie zorgde ook hier voor de ondergang. In 1796 werd het Leuvense klooster opgeheven en grotendeels gesloopt. Alleen de ziekenzaal en gedeelten van het college zijn overgebleven. Na 150 jaar keerden de augustijnen te Leuven weer terug.
Stichting te Heverlee: 1946
Op 7 juni 1946 besloot de bestuursraad (definitorium) van de Belgische Provincie tot de aankoop van een huis in de buurt van Leuven. Er werd een villa aangekocht in de Hertogstraat te Heverlee. Op 19 juni gaf het aartsbisdom zijn toestemming, op 20 juli de Congregatie voor de Religieuzen en op 22 juli de Generale Curie.
Nog hetzelfde jaar zouden de eerste augustijnen-studenten zich aan de Leuvense Universiteit laten inschrijven. Op 9 augustus verleende het aartsbisdom zijn fiat voor de bouw van een klooster waarvan de kerk ook als parochiekerk zou functioneren. Het klooster zelf moest als studiehuis worden ingericht. Naast eigen studenten zouden ook de studenten van andere augustijnenprovincies aan de Alma Mater te Leuven komen studeren. In 1954 is men met de bouw van de kerk begonnen. Op 22 december 1955 werd ze geconsacreerd en op Kerstdag 1955 kon ze reeds in gebruik worden genomen. De parochie werd door het aartsbisdom opgericht in 1957 doch pas in 1965 door de Staat erkend.
De bouw van het klooster zelf begon in 1955. Het werd officieel geopend in 1956 zoals de gedenksteen boven de kloosterpoort in de hal aangeeft. Op 28 januari 1958 werd het Theologicum van het Gentse augustijnenklooster Sint-Stefanus overgebracht naar Heverlee. In 1964 volgde het Filosoficum en in 1967 het noviciaat. Slechts één vierde van het klooster werd voltooid daar andere provincies van de orde, die in het college zouden participeren, zich hadden teruggetrokken. De teruggang van roepingen in het religieuze leven was begonnen, waardoor het akkoord met de andere augustijnse provincies omtrent de opleiding niet kon worden uitgevoerd. De sterke sociale en culturele veranderingen in de Westerse wereld veroorzaakte een toenemende secularisatie die Kerk en kloosterleven in een diepe crisis deden belanden. Het aantal roepingen verminderde sterk en in de jaren 1960 - 1980 traden veel kloosterlingen uit. Dit ging ook aan de augustijnen niet voorbij.
Het Sint- Thomas van Villanovaklooster werd opgericht als een studiehuis en is dit tot op de dag van vandaag gebleven. In de beginjaren lag de klemtoon hoofdzakelijk op de opleiding van jonge medebroeders in het Theologicum. Tot in 1963 zouden de augustijnen de opleiding zelf kunnen verzorgen. Daarna werd ze buitenshuis georganiseerd tezamen met andere ordes en congregaties.
Ondertussen kwamen er toch studenten vanuit andere augustijnse provincies. Zowel vanuit Nederland, Spanje, de Verenigde Staten, Australië als de Filipijnen namen jonge augustijnen hun intrek in het convent om aan de Katholieke Universiteit te studeren. Daardoor kreeg het convent een internationaal karakter.
Toen vanaf de jaren 70 het aantal eigen studenten een dieptepunt bereikte, vatte men het plan op ook gewone studenten van de universiteit in het augustijnse leven te betrekken. Het doel was om lekenstudenten op een concrete manier kennis te laten maken met de spiritualiteit van Augustinus. Alleen jonge mensen die echte interesse voor gemeenschapsleven hadden, zouden worden toegelaten. Zij moesten immers samen met de medebroeders leven. Dit apostolaat werd in 2008 afgerond. Door de komst van buitenlandse augustijnse studenten die lid zijn van de Belgische provincie werd het huis weer een echt studiehuis van de orde. Op dit moment is het huis weer het studiehuis van de Belgische provincie en studeren broeders van verschillende nationaliteiten op het seminarie Johannes XXIII of de universiteit. Anders dan voorgaande buitenlandse studenten zijn zij verbonden aan de Belgische provincie en zullen ze in België hun verder apostolaat verrichten.
Het Sint-Thomasconvent herbergt ook het Augustijns Historisch Instituut. In 1952 startte Norbertus Teeuwen osa. het tijdschrift Augustiniana. Het doel van het tijdschrift was de bestudering van de Augustijnse geschiedenis. In de eerste jaren waren publicaties omtrent deze geschiedenis van de augustijnen en het augustinisme dan ook de belangrijkste onderwerpen.
Onder impuls van Professor Tars van Bavel osa. werden de studies over Augustinus mettertijd een meer kenmerkend deel van het tijdschrift, zodat het uitgroeide tot een gerenommeerd Augustinus-tijdschrift. Naast het tijdschrift, is er ook een omvangrijke bibliotheek die hoofdzakelijk afgestemd is op de publicaties van en over Augustinus.
In de negentiger jaren groeide er een nauwe samenwerking met de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit van Leuven wat onder andere resulteerde in de opname van het boekenbestand van de bibliotheek op de databank van de universiteit. De bibliotheek heeft daarom een grote toegankelijkheid en wordt door studenten regelmatig bezocht. Vooral de studenten en doctorandi die studeren over Augustinus vinden er hun gading, mede omdat er zich in het instituut een zeer uitgebreide en exclusieve Augustinusbibliografie bevindt.
Website: https://www.augustiniana.be/public/
Onmiddellijk verbonden aan het klooster, staat de parochie- en kloosterkerk Onze Lieve Vrouw van Troost. Ze is in neo-romaanse stijl gebouwd. De gewelfschilderingen en de kruisweg zijn van de hand van de augustijnse medebroeder en schilder Leo Coppens osa.
Het parochieleven en het apostolaat begon met de bouw van de kerk in 1957. Het parochieleven kende een sterke dynamiek, eigen aan een jonge parochie. Er groeiden allerlei sociale en christelijk geïnspireerde bewegingen zoals K.A.V. K.W.B., Chiro en Scouts. Ook een knapenkoor ‘De Orgelpijpjes’ werd opgericht. Onder impuls van dirigent Guido Konings groeide dit koor uit tot een groot gemengd kinderkoor dat enige faam verwierf.
Naast de eerste pastoor Louis Claessens osa, werkten ook jonge medebroeders sporadisch mee op de parochie, vooral in de jeugdbewegingen. In 1968 ontwikkelde er zich uit de jeugdvieringen een tweede koor ‘Wodan Skalden’ en later ‘Organum’. Ook de parochie deelde in de algemene teruggang van het kerkelijke leven, zowel in kerkbezoek als kerkelijke betrokkenheid. Na de dood van de eerste pastoor werd het pastoraat door een aantal medebroeders in groep (in solidum) uitgeoefend of afwisselend met een augustijn die pastoor was. Op dit moment maakt de parochie OLV van Troost deel uit van de parochiefederatie Heverlee. Deken Patrick Maervoet is daarvan de pastoor terwijl enige augustijnen assistentie verlenen.
Website: https://www.kerknet.be/organisatie/parochie-onze-lieve-vrouw-van-troost-heverlee
Naast het apostolaat in de parochie zijn ook een aantal augustijnen actief in het onderwijs op het middelbaar onderwijs in het Heilig Hart Instituut.
Het klooster Sint-Thomas van Villanova is vormingshuis. Dat betekent dat het leven in de gemeenschap gericht is op de vorming van jonge medebroeders. Deze komen op dit moment uit Zuid-Soedan, Vietnam en Togo. Als zij in België komen hebben de meesten al hun postulaat gedaan en hun filosofieopleiding achter de rug. In Gent leren ze een jaar de taal kennen en het leven in België. Daarna volgt het noviciaat dat 1 jaar duurt. Ook voor Belgische kandidaten is het postulaat en noviciaat in Gent. Na het noviciaat legt de kandidaat de tijdelijke geloften af. Deze worden ieder jaar hernieuwd. Na de tijdelijke geloften gaan ze naar Leuven voor hun verdere studies in de theologie. Ze vallen dan onder de verantwoordelijkheid van een magister en socius. Als de jonge medebroeders hun derde jaar theologie goed afgerond hebben kunnen ze de plechtige geloften afleggen. Daarmee behoren ze definitief tot de orde. Na de plechtige geloften is er de mogelijkheid om de diakenwijding en de priesterwijding te ontvangen. Ze zullen dan een stage doen en er wordt ook nagedacht op welke manier zij hun apostolaat willen verrichten.