Om alle misverstanden te voorkomen dat Augustinus de stichter zou zijn van deze orde wat de andere religieuzen gewoonlijk doen, willen wij erop wijzen dat de kerkvader Augustinus heeft geleefd in Noord-Afrika van 354 tot 430. Hij werd geboren in Thagaste en stierf in Hippo (Annaba, Algerije). Het zou pas in 1295 zijn dat paus Alexander IV de Orde stichtte in Rome. Na zijn bekering in 386 zou Augustinus zich laten dopen door Ambrosius, bisschop van Milaan. Zijn moeder Monnica was erbij. Ook zijn boezemvriend Alypius en zijn jonge zoon Adeodatus lieten zich tegelijk met hem dopen. Zoals zijn bekering was ook zijn doop geen eenzame bezigheid. Samen met Monnica deelden ze toen al alles in een gemeenschap van geestelijke goederen, alsof er een profetische roep zou vanuit gaan voor de latere ontwikkeling van het augustijnse leven. Inderdaad zou er in Noord-Afrika een vermenigvuldiging plaatsvinden van kloosters van augustijnse signatuur, waarvoor Augustinus ook een Regel schreef, de oudste trouwens in de Latijnse kerk. Het doel van deze Regel was ronduit de gemeenschapsvorming. Zij die in harmonie en in liefde samenleefden, zouden een geestelijk huis vormen waarin God zijn intrek neemt. Wie in tweedracht leeft, jaagt God weg uit diens huis. Om in zulk huis te kunnen wonen, zijn er twee levensbelangrijke voorwaarden: de gemeenschap van goederen, zowel de stoffelijke als de geestelijke goederen. Naast de stoffelijke bezittingen moeten ook de geestelijke goederen groei geven aan de gemeenschap. Wie de communis inruilt voor de privatus gaat terug naar de maatschappij waar ook de groten boven de kleinen bestaan, de rijken boven de armen. Van bij het begin van de Regel legt Augustinus de volle nadruk op de monastieke onthouding, waarin alles gemeenschappelijk moet worden. Wie de gave van een goed verstand heeft of een aangenaam karakter, moet deze niet willen privatiseren waardoor het eigen gewicht in het gemeenschapsleven almaar groter wordt. Dit leven in de gemeenschap is een diaconia, een dienst en geen machtswapen. Zulk een leven in gemeenschap kan vlug veel geld en bezittingen genereren, daarom zal Augustinus ook voorschrijven dat men er sober moet leven en de armen bijstaan. Door te delen met anderen, wordt de liefde niet kleiner maar groter, zegt Augustinus tegen zijn kerkvolk.
Na zijn bekering en doop, zal Augustinus ook snel naar het pastorale leven getrokken worden, ook al bleef zijn hang naar het contemplatieve leven bestaan. Gebed en studie bleven zijn droom in het bisschopsleven ook al zal het vaak nachtwerk zijn. Het apostolaat zal hem dwingen te reizen naar de andere bisdommen, waar de kerk soms in gevaar is door de dwaalleringen van Donatisten en Pelagianen. De eersten verscheuren de éne en universele kerk, de laatsten willen Gods genadegave privatiseren als een bezit.
Toen de Vandalen Hippo omsingelden, lag Augustinus op zijn sterfbed met de boetepsalmen op zijn verzoek rondom hem opgehangen. De kerk zou op lange termijn ook sterven in Noord-Afrika, de vele augustijnse gemeenschappen zouden uitwijken naar Zuid-Europa. Historisch gesproken is er nagenoeg geen zekere lijn te trekken welke kloosters van Afrika overleefden op dit nieuwe continent. Toen Alexander IV de eremieten van Augustinus wilde samenbrengen tot een Orde waren ze in feite al begonnen in Noord-Afrika, maar de continuïteit verloopt langs een onzichtbare weg. Augustinus leefde evenwel al verder in zijn vele handschriften die alom verspreid waren. Juridisch waren nu ook de augustijnen zichtbaar in de geschiedenis van de kerk en in de toenmalige cultuur van Europa. Wie hoorde nooit iets van Augustinus in zijn Belijdenissen, in de Triniteit, in de Stad Gods, in zijn kleine Traktaten zoals de Alleenspraken, in zijn Commentaren op het Johannesevangelie en in de eerste brief van Johannes, in zijn vele preken… waarvan het een en ander door het Augustijns Instituut van Eindhoven en het Augustijns Historisch Instituut van Leuven is vertaald in het Nederlands. In datzelfde continent ontstond ook het augustinisme dat een inkijk gaf in het theologisch theologische bedrijf van de Kerkvader. Het tijdschrift Augustiniana en andere internationaal bekende tijdschriften mogen hiervan nog getuigen.
Augustinus als een geestelijk huis
Dankzij de levensloop van Augustinus die met zijn vrienden koos voor een contemplatieve levenswijze in het ouderlijke huis van Thagaste en dat zou doorzetten in Hippo als priester en bisschop, koos de monnik-bisschop uiteindelijk koos voor de gemengde levensweg van een actief en contemplatief kloosterleven, niet zo uitzonderlijk in die dagen.
In navolging van Augustinus trachten de augustijnen van vandaag nog steeds die gemengde weg te vervolgen waarop de gemeenschapsvorming centraal staat als een doel op zich. Een huis bouwen waarvan Christus de hoeksteen is, geen huis dat gebruikt wordt voor een gemeenschap en dus bijkomstig is maar een leefgemeenschap die spiritueel centraal als het huis waar God zijn inwoning heeft, het lichaam van Christus wil zijn.